Zes zaken die je moeten weten over Afghanistan en de Taliban

Zes zaken die je moeten weten
over Afghanistan en de Taliban

Par Marc Vandepitte

Une publication DeWereldMorgen.be


Guerre Impérialisme Propagande Géopolitique
Afghanistan États-Unis Occident
Article
• Langue originale : néerlandais


Als het over Afghanistan gaat verzwijgen de mainstream media de voor het Westen meeste vervelende feiten. Eens je die in rekening brengt krijg je een heel ander verhaal.

1. Monsterverbond met jihadi’s

De story begint in 1979. Afghanistan had een linkse regering en dat was uiteraard niet naar de zin van de VS. Brzezinski, raadgever van president Carter bedacht het plan om jihadistrijders – toen werden ze nog mujahedin genoemd – in Afghanistan te bewapenen en te trainen. Het doel was een Sovjetinvasie uit te lokken, teneinde Moskou op te zadelen met een Vietnamscenario.

Carter volgde zijn raad en bezorgde de mudjahedin de nodige hulp. Het plan werkte. De regering in Kaboel kwam in moeilijkheden en vroeg het Kremlin om hulp. Het Afghaanse moeras dwong de Sovjet-Unie om tien jaar in het Centraal-Aziatische land te blijven.

In die periode pompte de CIA 2 miljard dollar aan hulp, wapens en logistieke steun aan de mujahedin. Zij werden zelfs bevoorraad met de beruchte Stinger raketten waarmee ze Sovjetvliegtuigen en helikopters konden neerhalen. Rambo III van Silverster Stallone, is een Hollywoodversie van deze samenwerking.

Zolang de Sovjettroepen in het land bleven, kon de regering in Kaboel standhouden. In 1989 besloot Gorbatsjov echter om een einde te maken aan de militaire hulp. Eens de Sovjettroepen het land verlieten barstte een burgeroorlog los. De best georganiseerde en meest brutale groep, de Taliban, haalde uiteindelijk de overhand en veroverde de macht in 1996.

2. Creatie van Al Qaeda

De meest prominente figuur die in die periode naar voren kwam, is Osama bin Laden. In 1988 richtte hij Al Qaeda, een fundamentalistische en meedogenloze terreurgroep op. Via Pakistan kon hij rekenen op heel wat steun van de VS. In ruil voor die hulp zorgde Al Qaeda voor een aantal hand- en spandiensten voor de VS en de Westerse bondgenoten.

Tijdens de burgeroorlog in Joegoslavië (1992-1995) liet het Pentagon duizenden Al Qaeda-strijders overvliegen naar Bosnië, ter ondersteuning van de moslims ter plekke. Tijdens de oorlog tegen Joegoslavië in 1999 vocht Al Qaeda zij aan zij met de KLA-terroristen (die vochten voor de afscheiding van Kosovo van Joegoslavië en voor een groot-Albanië), in de lucht gedekt door de NAVO. Strijders van Al Qaeda doken ook op in Tsjetsjenië, Xinjiang (de Oeigoeren), Macedonië, en in tal van andere landen in de regio en ver daarbuiten.1

De samenwerking tussen de regering Bush en Osama Bin Laden wordt op een ontluisterende manier naar voor gebracht in de documentaire Fahrenheit 9/11 van Michael Moore.

3. It’s the oil stupid!

Rond de Kaspische Zee zitten veelbelovende olie- en gasvoorraden. Maar om die energie naar het Westen te transporteren zijn er maar drie mogelijkheden: door Rusland, door Iran of door Afghanistan.

Aan de Russen gunnen de VS het uiteraard niet en sinds de val van de Shah in 1979 is Washington zijn invloed in Iran kwijt. Dus rest maar één mogelijkheid: Afghanistan. Vanaf het einde van 1994, in volle burgeroorlog, mikte de VS daarvoor op de Taliban: zij beschikten op dat moment over de beste troeven om het land te ‘stabiliseren’. Dat was een noodzaak voor de aanleg van de pijpleiding. Volgens de CIA werden de Taliban gezien als “een mogelijk instrument in ‘the Great Game’: de race om de energierijkdommen in Centraal-Azië”.

Dat de Taliban op dat moment de meest virulente schenders van mensenrechten waren in de wereld maakte niet uit, de VS werd de voornaamste sponsor van dit nieuwe schurkenregime. Volgens een Amerikaans diplomaat zouden de Taliban “evolueren zoals de Saoedi’s. Er is Aramco, pijplijnen, een emir, geen parlement en veel sharia. Daar kunnen we mee leven.”

4. De Taliban maken het niet waar

Aanvankelijk boekten de Taliban het ene militaire succes na het andere, maar uiteindelijk slaagden ze er niet in om geheel het land te veroveren. De verhoopte stabilisatie – nodig voor de pijplijn – kwam er niet. De VS veranderde dan maar van strategie en streefde naar een verzoening van alle strijdende partijen.

Washington eiste dat de Taliban gesprekken aangingen met de Noordelijke Alliantie voor de vorming van een coalitieregering. De gesprekken die tot eind juli 2001 duurden, mislukten. De VS waarschuwden dat ze het daar niet zouden bij laten: “Ofwel aanvaarden jullie ons aanbod van een tapijt van goud, ofwel begraven we jullie onder een tapijt van bommen”, zo luidde de boodschap van de VS-vertegenwoordigers aan de Taliban op het einde van de maand juli.

De Taliban gaven niet toe. In oktober startten de bombardementen. Iets later lekte uit dat de plannen daarvoor reeds twee dagen vóór 11 september op het bureau van president Bush lagen. In de Washington Post van 19 december 2000 schreef professor Starr dat de VS “in alle stilte begonnen is een front te vormen met diegenen in de Russische regering die oproepen voor een militaire actie tegen Afghanistan en dat ze spelen met de gedachte van een nieuwe raid om Bin Laden uit te schakelen.”

Eind juni 2001, dus meer dan twee maand voor de aanslagen op de Twin Towers en het Pentagon, berichtte het magazine Indiareacts.com dat “India en Iran faciliteiten zullen verlenen aan de VS- en Russische plannen voor een ‘beperkte militaire actie’ tegen de Taliban”.

5. President pijplijn

De aanslagen op 11 september waren voor Washington in elk geval het perfecte excuus om Afghanistan binnen te vallen en de Taliban van de macht te verdrijven. Zo zouden de plannen voor de pijplijn vooralsnog kunnen gerealiseerd worden.

“De verovering van Afghanistan had niets te maken met Osama Bin Laden. Het was gewoon een voorwendsel om de Taliban te vervangen door een relatief stabiele regering. Zo’n regering moet toelaten om het bedrijf Union Oil van California zijn pijpleiding te installeren voor het profijt van onder andere de Cheney-Bush junta”, aldus Gore Vidal, een vooraanstaand columnist van de VS.

De feiten op het terrein bewijzen dat, eenmaal de kruitdampen opgestegen zijn. Op 22 december wordt Hamed Karzai de nieuwe Afghaanse premier. Hij is een vertrouwensfiguur van de CIA en heeft nog gewerkt als raadgever bij Unocal. Dat is een zeer groot Amerikaans petroleumbedrijf dat reeds lang plannen had voor een pijpleiding door Afghanistan.

Een andere adviseur van dit bedrijf, Zalmay Khalilzad, wordt negen dagen later door Bush benoemd tot speciale gezant in Afghanistan. Khalilzad had in het verleden deelgenomen aan gesprekken met Taliban-functionarissen over de mogelijkheid om gas- en oliepijpleidingen aan te leggen. Hij had er bij de regering-Clinton op aangedrongen om een mildere lijn te volgen ten aanzien van de Taliban.

Beide heren vervullen hun opdracht naar behoren. Op 30 mei 2002 meldt de BBC dat Karzai met zijn Pakistaanse en Turkmeense collega een akkoord sluit voor een pijpleiding van Turkmenistan naar een havenstad in Pakistan, doorheen Afghanistan.

Enkele weken eerder becommentarieerde Business Week de evolutie in de regio als volgt: “Amerikaanse soldaten, mensen uit de petroleumindustrie en diplomaten hebben deze verre uithoek van de wereld, heel snel leren kennen. Het is de onderbuik van de Sovjet-Unie en een regio die bijna onbetreden was door Westerse legers sinds Alexander de Grote. De inzet van het spel dat de Amerikanen er spelen is zeer hoog. Wat ze proberen is niets minder dan de grootste verovering van een nieuwe invloedssfeer sinds de VS geëngageerd was in het Midden-Oosten vijftig jaar geleden.”

Het heeft niet mogen zijn. De Taliban waren wel verslagen, maar niet uitgeteld. Ze hadden bovendien een veel hogere moraal dan het regeringsleger, dat enkel door de luchtdekking van de NAVO en andere logistieke steun stand kon houden. Toen Biden enkele weken geleden besliste om die steun in te trekken stortte het als een kaartenhuisje in elkaar.

6. Kostprijs en ‘resultaten’ van de oorlog

De langste oorlog uit de geschiedenis van de VS heeft volgens The New York Times meer dan 2.000 miljard dollar gekost. Jaarlijks is dat 100 miljard dollar of bijna 20 maal zoveel als het volledige overheidsbudget van de Afghaanse regering.

Ondanks de gigantische bedragen aan steun zijn de resultaten onthutsend. Bijna de helft van de bevolking leeft vandaag in armoede. De kindersterfte behoort tot de hoogste van de wereld en de levensverwachting tot de laagste.

In de periode vóór de oorlog was de opiumteelt bijna volledig uitgeroeid. Vandaag levert Afghanistan 80 procent van de heroïne in de wereld. De oorlog resulteerde in 5,5 miljoen vluchtelingen. Dat aantal zal nu vermoedelijk nog sterk oplopen.

De kost aan mensenlevens is hoog. In de voorbije twintig jaar kwamen 47.000 burgers om het leven. Aan militaire zijde telt men 66.000 Afghaanse militairen en politiemensen, 51.000 Taliban en andere rebellen. Aan Westerse zijde sneuvelden bijna 4.000 VS-soldaten en 1.100 soldaten uit andere NAVO-landen.

Na twintig jaar bezetting staan we terug bij af. Radiojournalist Rudi Vranckx omschrijft het als “een catastrofe, een faling van het Westers model om een land als Afghanistan te proberen veranderen”.

Source : article publié sur le site web DeWereldMorgen.be
https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2021/08/16/zes-zaken-die-je-moeten-weten-over-afghanistan-en-de-taliban/


Source de la photographie d’en-tête : ResoluteSupportMedia
120528-N-TR360-003 [taken on May 28, 2012]
GHŌR, Afghanistan (May 28, 2012) – Former Taliban fighters line up to handover their Rifles to the Government of the Islamic Republic of Afghanistan during a reintegration ceremony at the provincial governor’s compound. The re-integrees formally announced their agreement to join the Afghanistan Peace and Reintegration Program during the ceremony. (Department of Defense photograph by Lt. j. g. Joe Painter/RELEASED)
https://www.flickr.com/photos/29456680@N06/7293433774
[ Creative Commons — CC BY 2.0 ]


  1. Chossudovsky M., War and Globalisation. The Truth Behind September 11, Ontario 2002;
    Howard S., ‘The Afghan Connection: Islamic Extremism in Central Asia’ in National Security Studies Quarterly, Volume VI, nr. 3 (Summer 2000);
    Rashid A., L’ombre des Taliban, Parijs 2001. 

 

Paramétrage
 Aspect :
Blanc Blanc antique
Noir Gris ardoise foncé